De Aurelia is misschien wel de belangrijkste Lancia, ooit. Een GT, een sportcoupé met bruikbare eigenschappen, als kofferruimte en comfort. En bovendien een prachtige lijn, fijne details en, ondanks rechts rijdend verkeer, het stuur doorgaans aan de rechterkant. Waarom? Italië had lang onduidelijke regelgeving over de juiste weghelft, dat om te beginnen. Maar daarnaast bleek het bij rechts rijden ideaal om het vaak aanwezige ravijn netjes te kunnen ronden. Het gekke T-stuur van een soort wit ivoor (niet echt natuurlijk) ligt mild in de hand en is een afleidend lust voor het oog.
De materialen zijn allemaal premium. Het is ook de doodsteek voor Lancia dat alles goed moet zijn en het liefst geheel nieuw bedacht. Wat in de jaren zestig gebeurde, is bij geen ander merk gebeurd. Een heel leger van modellen en bij wijze van spreken geen onderdeel uitwisselbaar. Niet omdat een oog van een dynamo bij een ander model elders moest zitten, maar omdat de een boxermotoren heeft en de ander een soort van mini-V4 met één kop. Terug naar de Aurelia, en eigenlijk wil ik naar de Flaminia. Wie ooit een echte Lancia gehad wil hebben, kan niet om de Aurelia heen. Maar in de slipstream, met veel dezelfde techniek, is daar de Flaminia. Nog ondergewaardeerd, met een beeldschone Pininfarina carrosserie, de echte doorstart van de Florida.
Natuurlijk, er zijn er meerdere gemaakt, maar nog altijd is een merk als Lancia schatplichtig, of liever gezegd, trots op de twee-kleurenuitvoering, die op de Flaminia tot een ultima doorgevoerd wordt. Dak en kofferbak in zwart, de rest in grijs of babyblauw. Veel chiquer wordt het niet. Eventueel met gordijnen achter en de gekke ruitenwissers op de achterruit. Een coupé is waarschijnlijk mooier, zowel van PF als van alle andere grootmeesters, maar ik val nog altijd als een blok voor de berlina. Met een fijne 2,5 liter V6 voorin, ook al een van de eersten. De prachtige krimplak op de klepdeksels.
Het merk is in zwaar weer, en eigenlijk al opgehouden te bestaan. Maar er gaat dan een merk verdwijnen, dat in haar naam veel van de meest mythisch klinkende geluiden heeft voortgebracht. De Lancia Lambda, met de eerste zelfdragende carrosserie. Zo geweldig als dit werd opgelost met de beperkte ver vooroorlogse technologie. De Aurelia, met de eerste compacte V6. In 1950. De eerste tekeningen stammen uit 1943. 40 jaar later hebben bijna alle merken dit type blok beschikbaar, en koopt Lancia noodgedwongen een V6-blok bij de buren van Alfa Romeo. Qua motor voorwaar geen schande, maar het zegt wel iets. Nee, de toekomst van Lancia staat op de boekenplank, of in de schuur van de liefhebber. U weet inmiddels, welke in die van mij mag wonen.