woensdag 20 maart 2013

brutti sporchi e cattivi

Op het spoor gezet door een Engels blog, moet mij het ook van het hart. Waar gaan de heren en dames vormgevers heen? Ik ben van de jaren zestig (een listige zin die je op twee manieren uit kunt leggen) In Geneve bleek het maar weer eens. Men is de weg volledig kwijt. Superauto's waren altijd slecht, lelijk en gemeen, maar nu worden ze dat echt. Het begint allemaal te lijken op die rare robottransformers uit de jaren negentig. Inmiddels zijn ze allemaal gedigitaliseerd, maar toen waren het klompen plastic die en geen robot leken en geen voertuig. We zijn daar in het echt nu bij terug.






Lamborghini Veneno. Het enige aantrekkelijke dat ik zo zie is het Italiaanse randje, we kennen het van de Pizzadozen. Maar voor de rest, waar kijken we hier naar? Ongetwijfeld naar een soort van Formule 1 voor de openbare weg. Die is in Italie helaas niet meer zo geschikt, met alle verkeersremmende maatregelen. Maar mooi? De Countach was mooi, en ook extreem. De Miura is goddelijk. Italianen kunnen het nog steeds, maar er komen nieuwe invloedsferen binnen de klantenkring. Verreweg het meest extreme voorbeeld is Mercedes. Die doopt de tekenpen al jaren in Aziatische inktpotten. kijk maar naar de nieuwe CLA met kont.


De lijnen zijn scherp en zouden een Hyundai niet misstaan. Mercedes weet nog net een randje chique over te houden waar de Koreanen (Noord of Zuid) nimmer in slagen. De laatste CLS heeft het ook. Niet meer voor hier bedacht, maar voor daar. Mannen met goud behangen behaarde borstkassen vallen hier vast niet meer voor. Maar eerder de onbehaarde Chinees op de hoek. Ferrari maakte ooit prachtig materiaal. En nog wel. Met dank aan Turijn. Maar ook hier gaat de vormgeving naar de portemonnaie.





Laferrari. Ik geef toe, minder extreem dan Lamborghini, en dat vinden ze in St. Agatha ook wel okay. Maar dan nog, de hoeveelheid materiaal boven het achterwiel doet bijna denken aan de Nederlandse trots, de nieuwe Spyker. Ik zeg het, zonder ze in het echt gezien te hebben. En dat kan soms een verschil maken, net als beelden in het normale verkeer. Maar ik ben oldschool. Vorm en functie, het zal allemaal wel. Als functie de vorm bepaald, kan het leiden tot prachtige resultaten, maar andersom ook. De achterste stijlloze zijruiten van Facel Vega waren niet zonder functie, maar uiteindelijk met heel veel stijl en herkenbaar tot in de nichemodellen van Ford en SIMCA die uit dezelfde fabriek en dezelfde tekentafels komen. De functie was er als kroepoek bijgehaald, maar de stijl blijft overeind.


Hierboven de SIMCA Plein Ciel, gek genoeg een coupé, waar de cabriolet de naam Océane draagt. Maar een consequente stijl zal leiden tot saaiheid. Daarvoor heeft Facel Metallon over een te korte periode auto's ontworpen. Zo heeft Chris Bangle BMW er ooit weer opgeholpen, met extreme vormgeving. Nu afgezwakt in Nederlandse handen van Adrian van Hooydonk, maar wel erg fraai. En toch, de extremen die elkaar nu raken, in Genève, ik weet het niet. Azie deelt de lakens uit, vrees ik. En de Transformers.
 

Het nieuwe rijden

Belastingland Nederland is goed voor buitenlandse bedrijven. We mogen op last van de Tweede Kamer Nederland geen belastingparadijs noemen. Volgens Frans Weekers is dat een soort van je eigen nest bevuilen. Me dunkt. Dat het zo is, ligt natuurlijk heel ergens anders aan. Toch profiteren handenvol Nederlanders ook van het Nederlandse belastingstelsel. De kleine belastingvrije auto's zijn niet aan te slepen en langzaam maar zeker is duidelijk geworden dat de regel een te groot succes is geworden. Zodanig, dat er alweer werd gedreigd met de vrijstelling van motorvoertuigenbelasting terug te draaien bij erkende klassiekers, ook van 30 jaar en ouder, ook als ze als dusdanig gebruikt worden (of vooral gekoesterd en opgeslagen liggen te wachten tot deze bloody winter eindelijk zijn hielen licht).






Maar nee, de nieuwe BMW-rijder heeft zich op 's Heeren wegen gemeld. De Citroen C1, Peugeot 107 en in mindere mate de Toyota Aygo. Dat van deze laatste is het terechte bewijs dat Oosterse vechtkunsten resulteren in een hogere mate van zelfbeheersing. De Franzosen echter zijn de nieuwe draken van de weg, in de regel bestuurd door de vrouw des huizes, bezig zich met de nog prille kinderschaar schoolwaarts te begeven of de partimefunctie te vervullen in een belendende stad. Men gaat graag, uit eigen constatering opgemerkt, als een pinball van rijstrook naar rijstrook om het ideale toerental maar vast te kunnen houden van de zuinige driecilinder met balansas. Wat helpt is dat de toerenteller als een Stokstaartje van achter het eenvoudige dashbord priemt. Bumperkleven (in de bebouwde kom), voorrang nemen op onoverzichtelijke ventwegen (en dat als dame). De spreekwoordelijke heer in het verkeer is vaak een dame, maar niet in deze types. Let maar eens op. De driecilinder zweept op tot Schumacherprestaties, werkdruk en schoolsluiting doen de rest. En dat allemaal zo goed als gratis.


Een regeling die te goed werkt, snijdt ook aan twee kanten. Het werkt, dat was de bedoeling, maar het werkt zo goed dat de overheid inkomsten mist. En de garagebedrijven? Die hebben een tientjesmarge op deze modellen, zien ze hooguit de komende twee jaar één keer weer en schrijven dan een factuur van hooguit 150 euro. Nee, voor hen hoeft het ook allemaal niet. En dan heb ik het niet over de auto's zelf. Ze zijn voor erbij. Er kan een krat bier in, maar daar zal eerder de dagelijkse leasebak (liefst 14% of minder bijtelling) in de weekenden voor ingezet gaan worden. Nee, het is voor de overheid geen vetpot, als wij allemaal gaan bezuinigen.