m,v -s (Fr) hersteller van beschadigde kunstwerken, gebouwen enz.; 2 houder van een restaurant; 3 uitzendkok; wie partyservice verzorgt;
Met dank aan Wolters' Woordenboek - Eigentijds Nederlands - Grote Koenen. Ooit eigenhandig uit de kolbus gehaald, de grote blauwe boekbindmachine op de binderij van Wolters Noordhoff Grafische bedrijven. De inhoud stamt uit 1986, en is aan een herziening toe. Nee beter gezegd, is al lang herzien, ooit. Vanaf ongeveer 1986 zou je auto's vandaag de dag ook belastingvrij kunnen rijden. Iets dat volgens velen ook aan een herziening toe is. En ik ben het daar mee eens. Maar dan wel naar richting het jaar 2000 en niet richting 1900. Ja, ook ik heb zo mijn belangen.
Een gebouw restaureer je niet zomaar zelf, of het zou je woning moeten zijn, die, na een kaalslag van 30 jaar, weer fier overeind uit het veen verrezen is. Velen is je eigen auto restaureren ook niet gegeven. Niet in de laatste plaats omdat de noodzaak daartoe doorgaans ontbreekt, het ding doet het nog goed, de spatborden vallen er nog steeds niet af. Maar de afgelopen decennia hebben veel hobbyisten anders reddeloos verloren gegane automobielen gered, en met al dan niet veel vakkennis maar altijd met minstens zoveel doorzettingsvermogen, het project via de RDW tot een goed einde hebben weten te brengen. Een flinke rimpeling ging door klassiek minnend (ik zeg bewust niet: rijdend) Nederland toen de regeling met één pennenstreek leek te verdwijnen. Inmiddels weten we beter, wellicht worden er ergens messen geslepen, maar met die ene streek gaat het niet gebeuren.
Gelukkig zijn de investeringen, in de regel uberhaupt niet lonend, niet opeens helemaal niets meer waard. Komen collecties niet en masse op de stilstaande markt. Nee, ik prijs me gelukkig dat ik van dichtbij heb mogen meemaken dat het tot een goed einde brengen van een lastige restauratieklus, een eervolle vermelding verdient in de Grote Koenen. Bovenstaande Facel Vega is een bijzonder lastige klus geweest, zeker met een blik op de uitgangspositie, zie hieronder.
Kent iemand nog een restaurateur die partyservice verzorgd? Gebeuren dergelijke dingen nog? Vast wel, via de plaatselijke slager, inclusief huur van de gasBBQ. Nee, een handgemaakte Facel weer als nieuw opbouwen in vijf (5) jaar tijd, dan kun je wat. Of nee, wat zeur ik nou over het woordenboek? Het staat er eigenlijk al, meteen. Iemand die beschadigde kunstwerken hersteld. Niets meer, niets minder. Niets meer aan doen.
woensdag 21 november 2012
dinsdag 6 november 2012
Startmotor
Aan het begin van de herfstige straat draait een witte dieselmotor, rochelend en kuchend, zonder resultaat. De straat met statige huizen, ook wel de Professorenbuurt in de volksmond, kende betere tijden. Deze buurt, gelegen tussen Heymanslaan en Hamburgerplantsoen, bestaat geheel uit particuliere woningen. In de jaren dertig woonde er de gegoede klasse. Mensen die zich iets konden veroorloven. Mooie marmeren schouwen, bescheiden, maar toch. Kamers en suite, dat werk. Grote tuinen. Het haaks op deze laan stromende Oosterhamrikkanaal begint in een restant van de oude vestinggracht van Groningen, de dwarskanalen ter hoogte van de Heymanslaan en de Oosterhamriklaan zijn er nooit gekomen. Reden waarom hier de huizen verder uit elkaar liggen. Bladeren dwarrelen nog steeds naar beneden, in blakerend zonlicht. Een accu is het aan het begin van de straat aan het opgeven. of toch niet?
De buurt is levendig, zoals dat heet. Divers. Met een drankenhandel. En in de media berichten over enkele opgerolde wietkwekerijen. Ondertussen is in Den Haag een andere strijd losgebarsten. Tegen belastingvrij rijden. Onderaan de streep. Hop, gewoon weer belasting betalen voor alle oude dingen. De ogen sluitend voor 300.000 liefhebbers die nauwelijks kilometers maken en met veel plezier een erfgoed in stand houden. Bij straten en huizen zijn we daar wel gevoelig voor. Dit kabinet lijkt in niets gevoelig voor deze argumenten. En om een stel slimme profiteurs het milieu uit te vechten, moet iedereen bloeden. Niet dat we dat gaan doen, er zal massaal geschorst worden.
Maar zover zal het helemaal niet komen. Goedkope kilometervreters als bovenstaande Passat zijn makkelijk te onderscheiden van de rest. Als iemand een moderne auto op kenteken heeft en daar belasting voor betaald, is er niets aan de hand, dan mogen er gewoon drie, vier opknappers of belastingvrije liefhebbersauto's in de schuur staan. Maar ik zal wel weer naïef zijn. De buurt zelf is in steen gehouwen, opgebouwd. Stoïcijns. Dat is het woord, waar geen professor meer te vinden is, is de straat gebleven. Uiterlijk ongeroerd, onaangetast in haar chique voorkomen.
J. A. Boer is de architect die we veel tegenkomen in de Korrewegbuurt, onder andere bij het Noorderbad, nu bibliotheek en kinderopvang en het Bernouilleplein. Zoon van een sorteerder, later sigarenmaker. De statige wijk doorstaat de Tweede Wereldoorlog relatief ongeschonden. De binnenstad ligt in puin. In de jaren vijftig volgt voorzichtig de opkomst van het verkeer. De heren- en damesrijwielen maken heel gestaag plaats voor de automobiel. Waarna het in de jaren zestig en zeventig geheel uit de hand gaat lopen, tot het verkeerscirculatieplan paal en perk stelt aan oeverloos rondrijden. In de jaren tachtig begint de wijk te vervallen en herpakken we ons uit de crisis met wortelbroek en beenwarmers. In de jaren negentig zorgt straatmeubilair voor meerdere autoremmende maatregelen. Vooraan in de Heymanslaan slaat de vermoeide witte Passat eindelijk aan. Woest een zwarte roetwolk uitbrakend. De eigenaar stapt even stevig op zijn staart (Duitse auto's zijn immer mannelijk) als om hem te straffen voor de weigerachtige ouverture. Een nieuw kenteken tekent de nieuwe strijd die op straat is losgebarsten, de D zit er nog op. En tekent de straat waarin wij ons bevinden. Budgetwagens in een sjieke buurt. Belastingvrij, want ouder dan 25 jaar. In Duitsland mag je er de binnenstad niet meer mee in. Na de val van de muur gingen onze versleten wagens als roofgoed naar voormalig Oost-Duitsland, nu komen ze allemaal weer naar hier.
Maar zover zal het helemaal niet komen. Goedkope kilometervreters als bovenstaande Passat zijn makkelijk te onderscheiden van de rest. Als iemand een moderne auto op kenteken heeft en daar belasting voor betaald, is er niets aan de hand, dan mogen er gewoon drie, vier opknappers of belastingvrije liefhebbersauto's in de schuur staan. Maar ik zal wel weer naïef zijn. De buurt zelf is in steen gehouwen, opgebouwd. Stoïcijns. Dat is het woord, waar geen professor meer te vinden is, is de straat gebleven. Uiterlijk ongeroerd, onaangetast in haar chique voorkomen.
zaterdag 3 november 2012
Klei
Het schijnt er een paar graden kouder te zijn dan in de rest van Nederland. Op de klei. Het geeft niets, de rest van Nederland is gelukkig ver weg. De wegen zijn in deze tijd modderig. Een mooi Frans bord met de voor de doorgaans argeloze Nederlandse toerist met het woord BOU! zou niet misstaan.
Er zijn mooie mensen te vinden. Simpel, zonder negatieve lading. Genieten van het leven. Ik vond er ooit een gelijkgestemde ziel. Sporter, veel meer dan ik. Nu in november bindt hij ijzers onder. Ik gebruik ijzer om uien te schillen, niet om te schaatsen, wekelijks. Maar fietsen, ATB of wielrennen is onze passie. En klassiek vervoer. In de kassen van de kwekerij van zijn vader, ook al een overeenkomst, restaureert hij zoals niemand dat kan. Met geduld, passie. En een beetje tegendraads. Een oom van hem kan aardig schilderen. Zelfde dorp. Zijn vader bezoekt dagelijks de uitgerangeerde kwekerij Nimmer Dor. Hobbyboer. En verbouwt druiven aan oude stokken (1927) terwijl zijn zoon een paar meter verderop aan een Lancia Eta werkt (1913). Of aan een BSA, Facel Vega of Delahaye.
Bekleden is eigenlijk kijken hoe het zat en hoe men het deed. En dan een manier vinden om het weer net zo te doen. Het is ongelofelijk hoe snel kennis een continent kan verlaten. Rond Parijs zaten in het interbellum fantastische couturiers, op autogebied. Al die vaardigheden beklijven anno 2012 nog slechts bij enkele gepassioneerde liefhebbers. Plaatwerk, leer, wol, paardenhaar in zittingen, natuurrubber onderaan het voorportier. Zo maar een verslag van een middagje Westeremden. Lancia, Aston Martin, Delahaye, Bugatti, BSA (automobiel, niet motorrijwiel), de lijst is te lang en gaat meer en meer naar echte vintage automobielen. Maar voor een Saabstoel wordt ook ruimte gemaakt, of een extra armsteun in de nieuwe Deutz van de buurman.
Vervolgens kom je achter een enorm fijn netwerk. Een boer in Stedum met een Bugatti, een houtschilder uit Garmerwolde. Maak niet de fout deze Belgische dame voor schilder uit te maken, ze 'hout', ze verft niet op hout. Bijvoorbeeld aan de Delahaye die in 1950 op de Salon de Paris stond, die nu op de klei staat ter vervolmaking. Het mooie is, het is allemaal zo gewoon gebleven. Terwijl het zo uniek is. Zo niet opgeklopt, maar gewoon zoals het is. De boer ploegt voort, de buurman. Zware klei. Met GPS. Niet om weer naar huis te kunnen komen, maar om de pootaardappelen recht te poten. Scheelt turen, naar de horizon, alom aanwezig. Ontlasting van de arbeid. Niet om meer pootaardappelen te kweken, dat is een welkome bijvangst. Dat dan weer wel. Als je de mensen hier ontmoet, ontmoet je echte mensen. En het worden bijna meteen vrienden. Niet omdat ze afgezonderd zijn van Nederland, want dat zijn ze niet. Maar wel uitzonderlijk.
Er zijn mooie mensen te vinden. Simpel, zonder negatieve lading. Genieten van het leven. Ik vond er ooit een gelijkgestemde ziel. Sporter, veel meer dan ik. Nu in november bindt hij ijzers onder. Ik gebruik ijzer om uien te schillen, niet om te schaatsen, wekelijks. Maar fietsen, ATB of wielrennen is onze passie. En klassiek vervoer. In de kassen van de kwekerij van zijn vader, ook al een overeenkomst, restaureert hij zoals niemand dat kan. Met geduld, passie. En een beetje tegendraads. Een oom van hem kan aardig schilderen. Zelfde dorp. Zijn vader bezoekt dagelijks de uitgerangeerde kwekerij Nimmer Dor. Hobbyboer. En verbouwt druiven aan oude stokken (1927) terwijl zijn zoon een paar meter verderop aan een Lancia Eta werkt (1913). Of aan een BSA, Facel Vega of Delahaye.
Bekleden is eigenlijk kijken hoe het zat en hoe men het deed. En dan een manier vinden om het weer net zo te doen. Het is ongelofelijk hoe snel kennis een continent kan verlaten. Rond Parijs zaten in het interbellum fantastische couturiers, op autogebied. Al die vaardigheden beklijven anno 2012 nog slechts bij enkele gepassioneerde liefhebbers. Plaatwerk, leer, wol, paardenhaar in zittingen, natuurrubber onderaan het voorportier. Zo maar een verslag van een middagje Westeremden. Lancia, Aston Martin, Delahaye, Bugatti, BSA (automobiel, niet motorrijwiel), de lijst is te lang en gaat meer en meer naar echte vintage automobielen. Maar voor een Saabstoel wordt ook ruimte gemaakt, of een extra armsteun in de nieuwe Deutz van de buurman.
Vervolgens kom je achter een enorm fijn netwerk. Een boer in Stedum met een Bugatti, een houtschilder uit Garmerwolde. Maak niet de fout deze Belgische dame voor schilder uit te maken, ze 'hout', ze verft niet op hout. Bijvoorbeeld aan de Delahaye die in 1950 op de Salon de Paris stond, die nu op de klei staat ter vervolmaking. Het mooie is, het is allemaal zo gewoon gebleven. Terwijl het zo uniek is. Zo niet opgeklopt, maar gewoon zoals het is. De boer ploegt voort, de buurman. Zware klei. Met GPS. Niet om weer naar huis te kunnen komen, maar om de pootaardappelen recht te poten. Scheelt turen, naar de horizon, alom aanwezig. Ontlasting van de arbeid. Niet om meer pootaardappelen te kweken, dat is een welkome bijvangst. Dat dan weer wel. Als je de mensen hier ontmoet, ontmoet je echte mensen. En het worden bijna meteen vrienden. Niet omdat ze afgezonderd zijn van Nederland, want dat zijn ze niet. Maar wel uitzonderlijk.
Abonneren op:
Posts (Atom)