vrijdag 7 december 2012
Onvermijdelijk
In de nacht van 4 op 5 januari 1960 verongelukt Albert Camus, een van Frankrijks grootste schrijvers. Er zijn diverse varianten van het verhaal te vinden op het web, zelfs met verschillende bestemmingen of chauffeurs. Feit is, twee doden en twee gewonden. Uitgever Gallimard rijdt met zijn Facel Vega FV3B (58-228) van 1958 over de N6 naar Parijs, met Albert Camus rechts van hem en mevrouw Gallimard en hun net 18 jaar geworden dochter op de achterbank en de hond. Het is er, kortom, krap maar gezellig.
In 1960 is Albert op de toppen van zijn roem, wint in 1957 de Nobelprijs voor de literatuur en vriend en uitgever Michel Gallimard zijn op dat moment wereldberoemd buiten Frankrijk. Ongewild maken ze sinds die nacht deel uit van de geschiedenis van Facel Vega en Frankrijk. Ze verlaten die zondag Lourmarin in de Facel van Gallimard, om de 755 kilometer naar Parijs te overbruggen. Ze willen de afstand in twee dagen overbruggen, vanwege de vele stops die ze van plan zijn te maken. Ze nemen de mytische N7 van Avignon naar Lyon, vervolgen de route via de N6 om door de Bourgogne te rijden. Macon, Chalons, Saulieu, Avallon, Auxerre, Sens en de N5 door naar Parijs. Gallimard heeft de reputatie van flink doorrijden, en datzelfde imago heeft de Facel. Maar Albert Camus heeft niets met snelheid, heeft er zelfs een beetje een hekel aan. Vanaf Sens is de Route Nationale een driebaans weg met wisselende inhaalstroken, overschaduwd met bomen, Platanen.
Het ongeluk
Het wegdek was glibberig, als het is in januari. Niet koud, wel groen uitgeslagen. De passagiers zitten zonder veiligheidsgordels, die bestaan al wel, maar het gebruik is niet vanzelfsprekend, en wellicht zelfs levensreddend. De weg is rechtuit, geen bocht te zien. De auto slingert, raakt een Plataan en verongelukt tegen een tweede boom, dertig meter verderop. Camus is op slag dood. Michel Gallimard wordt teruggevonden langs de weg, in leven, maar overlijdt later in het ziekenhuis. Janine ligt vlak naast haar man, in shock, met de hond Floc, 20 meter verderop ligt dochter Anne in de modder. De twee dames zijn eigenlijk niet ernstig verwond, maar beiden gaan naar het ziekenhuis. De klok van het dashboard is gestopt om 13 h 54, de snelheidsmeter staat op 145 km.
Gek genoeg zijn er vele lezingen. er was een tegenligger, er was een lekke band, er was een auto van rechts uit een landweggetje, er was een complot, er was een schutter. Werkelijk elk scenario passeert de revue. Maar uiteindelijk resteren er twee doden, de mythische dood van een schrijver en er schijnt zelfs een geldig en ongebruikt treinkaartje uit zijn binnenzak gehaald te zijn, met bestemming Parijs. Mythe gevormd, onbedoeld door schrijver en automerk, maar ik lees Camus en rijdt Facel. Onvermijdelijk.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten