maandag 17 december 2012

Pur Sang

Ofwel blauw bloed. Raceblauwbloed. Frankrijk heeft geluk. Met zichzelf, en met leuke allochtonen. Met de onvervalst creatieve Italiaanse familie Bugatti bijvoorbeeld.

We hoppen meteen naar de grondlegger van het auto-imperium Ettore Arco Isodore Bugatti (15 september 1881). Zijn vader Carlo is designer, meubelontwerper, decorateur en architect, een aardig visitekaartje vol. Broer Rembrandt is een fameus beeldhouwer met standplaats de Zoo in Antwerpen. Ettore interesseert zich echter voor techniek, maar zal daar uiterst artistiek mee om weten te gaan. Reeds in 1901 richt Ettore met hulp van Graaf Gulinelli zijn bedrijf Bugatti en Gulinelli op. Hij weet hiermee de aandacht te trekken met zijn eerste auto, type 2. In Mailand wint de voiture dat jaar een gouden medaille, en Ettore wint er gemakshalve ook de Grand Prix van Mailand mee. Dit kan uiteraard niet onopgemerkt blijven.


Het ziet er allemaal wat knullig uit, maar het is doordacht. Denkt ook Baron Eugène de Dietrich uit de Elzas. En zo komt Ettore in de Elzas terecht. De Baron hoopt met dit supertalent een complete automobiellijn te ontwikkelen, maar helaas botsen de karakters, waarschijnlijk te veel dezelfde ambities en eindigt de samenwerking reeds in 1904. Straatsburg wordt de nieuwe hometown van Ettore, de Elzas laat hem niet meer gaan. In dienst van Emile Mathis, maar ook hier botsen de karakters. Ettore moet wel op zichzelf.

Automobiles Ettore Bugatti wordt in 1910 opgericht. In een leegstaande verffabriek in Molsheim begint de nog steeds jonge ondernemer zijn autofabriek, samen met partner Ernest Friederich. In 1911 ontwikkeld hij in opdracht van Peugeot de Bébé. 



Droge feiten, met mooie lijnen langs andere merken. Na een decennium aftasten en proberen, heeft de Elzas zijn icoon. Naast de ooievaar, Flammenkuchen, Brasserie (Bierbrouwerij) en zuurkool met een Riesling ernaast heeft het gebied opeens het mooiste, dat automobiel Frankrijk ooit te bieden zal hebben. Is dit waar? Ja en nee. Ja, het is het mooiste, en nee. En is nog zoveel meer moois. Ik ga de komende tijd, naast Groningse vraagstukken, los op Bugatti, Panhard, Facel Vega, Delahaye, Peugeot en wat er verder ter tafel komt. En dat zal veel zijn. Ik ga eerst verder met Bugatti, mijn vooroorlogse muze. Regelmatig, het ziet er zwart op wit gek uit, zit ik een tijdje op het graf van Ettore. Om het te voelen, die drive, dat génie.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten