De afdaling naar omliggend terrein is een makkie, de wind speelt geen rol en de incidentele stijging van het wegdek is relatief eenvoudig te betrappen. Met de handen bovenop het stuur lopen de brillenglazen wel vol. Met zweet. Diezelfde horrorlente zorgt er voor dat ik er nog niet aan gewend ben, hitte. 38 graden is het, het plateau wordt weer bedwongen na een bezoek aan een oud stuwmeer. Na continue stijgen en een kleine afdaling - de afwisseling is leuk- stop ik om mijn fietsmaatje op te wachten. In de hitte van het asfalt en het plotselinge ontbreken van enige verkoelende rijwind wordt het me opeens teveel. Happend naar adem zoek ik de schaduw op en neem een slok van mijn bidon. Enkele dagen later gaan we door naar Bedoin.
En we weten allemaal wat daar ligt. De Mont Ventoux dreigt vanaf de seconde dat je hem in beeld hebt, en je weet dat je er geen weerstand aan kunt bieden. Dus argeloos zetten we de tent op. Bier, wijn en happerij, lekker koken. Maar die berg. Des avonds lopen we nog even naar het dorp. En zien hem liggen, met een boze wolk als hoofddeksel. Het waait, Ventoux. De volgende dag is het een dag als alle anderen. Heerlijk weer, douche, koffie, vers brood, vers gehaald, de kale berg ligt er naakt bij onder een strakblauwe hemel. In de loop van de dag slaat de dreiging om in uitdaging. De berg opfietsen? "Neuh, we zijn hier nog een hele week". Eerst maar eens even, tweede helft van de middag naar Malaucene fietsen. Een leuke rit van zo'n 15 kilometer, met de Col de la Madeleine als toegift. En dan gebeurt het. Door een bord. Een stom bord.
Mont Ventoux, 24 kilometer. Bedoin 46 kilometer. "Even een stukje die kant op", hoor ik mijzelf zeggen. Terug naar Bedoin kan ook over de berg. En daar gaan de eerste kilometers. Het is een hele mooie kant om de berg te bedwingen. Prachtige haarspelden, iedere kilometer word je gewaar welke stijging je tegemoet kunt zien, alsof de benen en de afgesneden adem je daar niet voldoende over informeren. Onnadenkend gaan de benen door. Omwille van het tijdstip, de harde wind en de zomerse kledingstijl zou je een andere keuze gemaakt moeten hebben. Maar Mirte gaat als een diesel door en ik dus ook. Dit is mijn derde kant van de berg, ik heb ze straks allemaal gehad. En dan lekker naar Bedoin downhill, een pizza halen.
Boven is alles leeg en uitgestorven. Het is eigenlijk al te laat, de temperatuur is laag en de wind nog keihard. In mijn zomerse tenue heb ik de schouders nog bedekt, Mirte niet. We spreken af dat we snel naar beneden moeten. Schreeuwend trotseer ik de kou en de wind en maak snelheid. Mijn spieren verkrampen en ik vraag me af hoe het in hemelsnaam met Mirte moet gaan aflopen. Ik kan niet op haar wachten en besluit zo snel mogelijk de auto te halen van de camping om weer naar boven te gaan. En dat laatste blijkt terecht. In het bos pluk ik een kleumende verkrampte Mirte van de berg, die net hulp ingeroepen had van een voorbij komende Spaanse filmploeg. Slechte voorbereiding met toch een goed resultaat. We hebben het gehaald, en volgend jaar gaan we weer, maar dan beter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten