Het is immer druk in Parijs, ook bij deze grootste en min of meer overdekte permanente vlooienmarkt van Parijs. We wandelen tussen kramen en gluren naar kroonluchters, borden (als in reclame), oud papier en miniaturen. Het vintage speelgoedaanbod is zo oneindig groot, werkelijk alles wat ik me wens is voorhanden. De Bugattitrein staat er, in talloze variaties. Ik durf niet naar de prijs te vragen en prijs me enkele jaren later gelukkig met een succesvol ebaybod op een dergelijk treinstel. Kom ik er verdorie toch mijn eigen Bugattitank tegen, althans, dat vermoed ik.
Met coureur, want de kenmerkende lijnen rond de cockpit en het strategische gaatje doen vermoeden dat hier een in leder verpakt hoofd in hoort. En dat ontbreekt in de mijne. ik kocht haar (een auto, ook een model, is vrouwelijk) in Cremieu, tijdens de beroemde Hemelvaartsdagbrocante. In de oude hallen lachte ze me toe. Trots als een pauw liep ik met haar naar het huis van mijn broer, die in Cremieu woonde. In de wetenschap iets bijzonders gekocht te hebben. Nou ja, even de fantasie gebruiken en je ziet de knaap in korte broek op het stugge tapijt de race van zijn leven beleven, onder de tafel. De lijnen van de tank zitten er in, maar niet helemaal natuurgetrouw. Meer is het een model dat op Le Mans successen had in de dertiger jaren. Maar de tank had ik in het hoofd, inmiddels 20 jaar geleden.
De echte tank ontstaat in de periode na WOI en de zoektocht naar een aerodynamische carrosserie is begonnen. De sigaarvorm is in 1922 al geprobeerd, de tankvorm is een expressieve manier om een aalgladde huid te proberen. Onder de metalen lappen zit het succes dat aanstaande is, een onverslaanbaar chassis dat de twintiger jaren zal domineren, te beginnen bij het type 35.
Maar om daar te komen was er de Brescia. In 1921 werd daar onder andere mee gereden, op de foto Ernest Friderich en let ook op de jonge monteur (licht en klein) naast hem, die de benzinetank op druk moet houden.
De Brescia is het eerste en echte begin van het succes, de auto heeft eigenlijk alles al in zich, en kan alleen maar beter worden. De hoefijzervormige radiateur is geheel naar wens van Ettore, en nog kan men afgeleiden van dit type zien in een Engelse heuvelklim op youtube of op concources. En in die tijd had de auto met vier cilinders gewoon al zestienkleppentechnologie met amper 1500 cc. De gewone automobielen hebben een enkele ontsteking, de modellen voor het circuit hebben een dubbele. De autorail Bugatti hamert in mijn hoofd, maar de glorieuze twintiger jaren komen er ook aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten